Breadcrumb
In Aken heb je twee jaargetijden, plachtte de voormalige rector van de RWTH, Burkhard Rauhut, te zeggen: warme regen en koude regen. De bijzondere betekenis van de neerslag voor de wetenschappelijke vruchtbaarheid van de stad en haar universiteiten voor toegepaste wetenschappen is weliswaar nog niet theoretisch onderbouwd, maar welke zinvollere bezigheid bestaat er dan bij regenweer geruisloze aandrijvingen uit te vinden of productiestrategieën voor landen met hoge lonen?
Er schijnt tenminste een figuurlijke zon boven de RWTH, die juist deze kerncompetentie van de universiteit - waarvoor ze in de economie al van oudsher gewaardeerd wordt - in het openbaar laat schitteren: zowel heel concrete, praktische problemen van de industrie op te lossen als uiterst complexe technisch-economische processen te managen.
Hier werd de methode ontwikkeld om gereedschappen droog in plaats van onder koelvloeistof te bewerken, wat enorme kosten ook voor het milieu bespaart, hier werd de complete lijn voor de productie van de vooras van de BMW 3 serie geconstrueerd, hier werd het textielbeton uitgevonden, hier werd de Europese lanceerraket Ariane qua kosten überhaupt pas geschikt gemaakt om te vliegen, hier worden complete productie-installaties en hun volledige management gepland, maar ook de emissie- en schadevrije auto, kunstmatige hartkleppen en retina-prothesen ontwikkeld. En hier worden thans strategieën naar Europese maatstaf ontworpen om de economische crisis te benutten als een kans om technologieën van de toekomst te stimuleren en het loonniveau te handhaven.
Deze enorme spanwijdte en de voortdurende betrokkenheid bij economische en maatschappelijke processen zijn de wezenlijke kracht van de “gegarandeerd meest technische van alle universiteiten in Duitsland”, aldus haar rector Ernst Schmachtenberg. Daarmee legitimeert zij haar eigen aanspraak op de titel dienstverlener voor de maatschappij. Drie excellentieclusters en een graduate school als uitkomst van het Duitse Excellentie-initiatief 2006/07 spreken voor zich. Minstens net zo belangrijk voor haar succes is de collegiale basisstructuur, die uiteindelijk de dynamiek en het permanente vernieuwingsvermogen van dit reusachtige netwerk met 9 faculteiten, 260 instituten, 450 professoren, 4500 medewerkers en meer dan 30 000 studenten garandeert.
Haar coöperatieve grondbeginselen te verloochenen was de met succes verwende en altijd al behoorlijk zelfbewuste, in 1870 als Pruisisch Polytechnikum opgerichte Alma Mater ook slecht bekomen, toen het rectoraat bij de eerste ronde van het Excellentie-initiatief 2006 probeerde, de titel ‘elite-universiteit’ in zijn eentje in de wacht te slepen. De valse start werkte wonderen. Hij bevorderde allereerst het al jarenlang bestaande partnerschap met het uitstekend geoutilleerde onderzoekscentrum Jülich tot een duurzame verbinding als Jülich Aachen Research Alliance (JARA), en wel op de vier hoofdonderzoeksgebieden: Energie, Hersenonderzoek, Functionele Materialen en Structuren alsook Simulatie.
Vooral echter is met en sinds de succesvolle tweede aanloop het jaar daarop de hele universiteit in de ban van de energieke beweging, die ook nodig is om het toekomstproject gewoonweg voor zichzelf maar ook voor de hele regio te doen slagen.
RWTH Aachen Campus heet het project waarbij de eenvoud van de naam haast een beetje koket versluiert wat voor een opzienbarend project ermee is bedoeld. Niets minder dan een van de grootste onderzoekslandschappen van Europa moet op een oppervlak van zo’n 500 000 vierkante kilometer ontstaan. Met dit campus-project wordt Aken daadwerkelijk een stad der wetenschap die zich duidelijk onderscheidt van al die Duitse gemeenten die zichzelf ondertussen ook zo genoemd hebben.
Op twee wijk-grote, onderling verbonden terreinen moeten de komende tien jaar minstens 200 technologie-firma’s zich vestigen, minstens 5500 nieuwe arbeidsplaatsen in onderzoek en ontwikkeling ontstaan plus een vergelijkbaar aantal in dienstverlenende sectoren. Alleen in de gebouwen wordt 750 tot 800 miljoen euro geïnvesteerd, voor de technische uitrusting wordt een vergelijkbaar bedrag gecalculeerd. Het basisconcept is een in deze omvang volledig nieuwe koppeling van universiteit en industrie voor een wederzijdse vergroting van de relevantie. De RWTH brengt haar gebundelde interdisciplinaire ingenieurs- en natuurwetenschappelijke competentie in, de bedrijven hun investeringen en opdrachten. Beiden onderzoeken samen, marktgericht, die innovatieve technologieën die de ondernemingen een concurrentievoordeel opleveren en anderzijds de universiteit extra competentie en stad en regio een positioneel voordeel moeten garanderen. Zo luidt in elk geval de theorie die echter nog in 2009 met de eerste schep in de grond bekrachtigd zal worden.
Plaatsvinden zal deze dieptecoöperatie in zogenaamde clusters, die in minstens 18 onderzoeksterreinen met groot toekomstpotentieel, van duurzame energietechnologie tot medische techniek, integratieve productietechniek en fotonica tot aan innovatieve kunststoffen en mobiele communicatie gevormd moeten worden. De lat met criteria ter goedkeuring van een cluster ligt bewust hoog. Minstens tien bedrijven moeten bijeenkomen, die met minstens 150 medewerkers per cluster starten en in totaal circa 9000 vierkante meter gebouwoppervlak moeten huren. De clusters moeten dus ook als ruimtelijke eenheden worden gezien, terreinen van elk 20.000 vierkante meter, waarop universiteit en ondernemingen in belendende gebouwen en in gezamenlijk gebruikte inrichtingen bij elkaar komen. De universiteit participeert daarbij telkens met minimaal twee instituten.
De eerste zes clusters zijn inmiddels goedgekeurd en zullen voor 2011 op campus Melaten ontstaan. Vanaf 2012 zullen de clusters, maar ook woningen en event locaties, op campus West, het voormalige terrein van het station Aken-West ontstaan.
Daar zijn ook al een hotel, winkel- en dienstverlenende inrichtingen gepland. Per 2016, aldus het plan, staat het geheel op de rails, en kent dan ook een levendig cultureel aanbod, dat de wetenschapsstad Aken interessant maakt voor de ‘slimste koppen uit de hele wereld’, die men op lange termijn hiernaartoe wil halen.
Uiteraard zijn de planners niet naïef, Aken is geen eiland van gelukzaligen in de globale crisis. Günther Schuh, prorector voor economie en industrie, de motor van het hele project en bedrijfsleider van de campus-beheermaatschappij: “Deze vorm van toekomstgarantie is een 'Nu pas echt!'. We weten dat we in de startfase onder druk van de actuele financiële crisis ook compromissen moeten sluiten. Het interesse van de bedrijven is echter geenszins afgenomen. Het concept zal zeker tot stand komen.“ Siemens, Bosch, Microsoft, Deutsche Bahn, TNT, allemaal geen kleine jongens, hebben al toegezegd.
Kleiner dan de TH, maar ook zeker niet mis, is die andere universiteit in Aken met een technisch-natuurwetenschappelijke en economische inslag plus een faculteit voor design. Natuurlijk stond de in 1971 opgerichte universiteit voor toegepaste wetenschappen (FH Aachen) lang in de schaduw van haar grote oude zus. Maar met het Bologna-proces komen de kwalificaties steeds dichter bij elkaar: hier of daar je bachelor of master te halen wordt een kwestie van de speciale toespitsing van de studie op het beroep dat je wil uitoefenen. Met bijna 9000 studenten en 220 professoren behoort de FH Aachen tot de grootste universiteiten voor toegepaste wetenschappen in Duitsland en behaalt, net als de RWTH, bij enquêtes onder personeelschefs over de beste afgestudeerden eerste plaatsen, zeker bij machinebouw en elektrotechniek. De praktijkgerichte oriëntatie, vooral in samenwerking met midden- en kleinbedrijven, is hier zelfs nog duidelijker, alhoewel de FH ook al jaren een toppositie onder sterk op onderzoek gerichte universiteiten inneemt. Experts voor sociaal werk en management in de gezondheidssector wederom zijn de wetenschappers van de Akense afdeling van de Katholieke Hogeschool (KatHO), die zo’n 800 bachelor- en masterstudenten telt.
En wat heeft de stad nog meer te bieden? Aken, stad van water, bronnen en fonteinen, en van het water van boven. Alleen een rivier hebben de eveneens beroemde waterbouwingenieurs van Aken hier nog niet heen kunnen leiden. Ondanks haar reputatie schijnt hier in werkelijkheid vaak genoeg de zon, wat de ontelbare terrasjes vult en uitnodigt tot het ontdekken van de prachtige omgeving rond het drielandenpunt met België, waarmee men de Eifel deelt, en Nederland, dat hier landschappelijk gezien op zijn mooist is. Wie wil of moet, is snel in Maastricht, Brussel, Parijs, Londen of aan de Noordzee. Het zijn deze omgeving en deze ligging die een van de twee wezenlijke levenskwaliteiten uitmaken. De andere is de – eveneens internationale – flair die de universiteitsstad kenmerkt.Tussen universiteitswijk, marktplein, stadhuis, oude kern en kuurpark struinen dagelijks alleen al 50 000 mensen die bij de universiteiten betrokken zijn, als student of werknemer, statistisch éénvijfde van de bevolking.
Zij mengen zich onder de talloze toeristen die de Europese geest of tenminste de troon van Karel de Grote in de 1200 jaar oude Dom zoeken, het stadhuis uit de 14e eeuw bewonderen, of beide ook slechts waarderen als pittoreske achtergrond voor de kerstmarkt. Daarbij komen gerenommeerde musea, één stedelijk en diverse particuliere theaters, de jaarlijkse hoogtepunten als de Karelprijs en de CHIO, en de regelmatige toppers van voetbalclub Alemannia. In één woord: er zijn zeker minder plezierige plaatsen om carrière te maken.