StädteRegion

Puur statistisch gezien is Eschweiler zo carnavalsgek als geen andere stad. Dat geldt niet alleen binnen de StadsRegio maar zelfs op Duits, zoniet op wereldniveau. Tenslotte gooien hier elk jaar 22 carnavalsverenigingen de trossen los, en wanneer de grote optocht op maandag de 56.000 zielen tellende stad in vreemde fratsen stort dan staan wel 300.000 toeschouwers uit binnen- en buitenland te juichen naar de 6500 acteurs in de 6 kilometer lange stoet.

Begonnen werd de traditie van de carnavalsoptocht hier overigens al in 1850. Destijds was de Eschweiler mijnbouwvereniging net twaalf jaar oud, en Eschweiler, dat acht jaar later zijn stadsrechten verwierf, was al een prominent centrum van de ijzer- en staalindustrie in het Rijngebied. Ruim anderhalve eeuw later is daarvan niet veel meer over. Metaalindustrie is er nog steeds, maar deze drukt allang geen stempel meer op het reilen en zeilen in de stad. Het einde van de steenkoolwinning kwam in 1944, de dagbouwwinning van bruinkool op Eschweiler territorium eindigde in 1985.

Waar ooit de graafmachines van de Rijnlandse bruinkoolmaatschappij (Rheinische Braunkohlewerke)  meer dan 500 miljoen ton voer voor de nabijgelegen elektriciteitscentrale delfden, varen thans zeilboten rond. Het Blausteinmeer is een centraal recreatie- en sportgebied in de StadsRegio. Duikers voelen zich hier net zo thuis als kanovaarders, zonnebaders, joggers, inlineskaters en muziekliefhebbers. Laatstgenoemden biedt het 180 hectare grote recreatiegebied met het ‘drijvende’ meerpodium een heel bijzondere ‘location’.

Iets buitengewoons moet ook aan de westoever van het meer  bezoekers aanlokken. Hier ontstaat een aantrekkelijk uitzichtplatform – geïnspireerd door de onmiskenbare architectuur van de kolenstortinstallaties die hier vroeger actief waren. Moderne ruimtes voor verenigingen, een ‘waterschool’ voor jeugdgroepen, cafés, restaurants en terrasjes zorgen voor een afwisselend horeca-aanbod. Twee hotels met appartementen zitten in de pipeline, net als een openbaar golfterrein. Een privé-terrein is er al lang: het golfcomplex Haus Kambach met zijn idyllische waterkasteel, waarin een openbaar restaurant gehuisvest is, voldoet aan de hoogste eisen en van hieruit worden talrijke gerenommeerde toernooien uitgezonden.

Dat Eschweiler onlangs in Berlijn terecht als ‘veelzijdige locatie’ werd onderscheiden, blijkt hier niet alleen uit haar openheid naar de wereld en het afwijzen van xenofobe tendensen. Veelzijdigheid bewijst de stad ook in de sport – met overdekt zwembad, buitenbad, sportcomplex Dürwiß, 26 tennisbanen en een schaatshal – en op vele andere gebieden.

Bijvoorbeeld op culureel gebied: regelmatig trekt de ‘Art Open’ duizenden kunstliefhebbers naar de ateliers van de kunstmakers. Het publiek beleeft daarbij een breed spectrum aan artistieke expressiemogelijkheden. Even breed is het palet van wat bezoekers van het Eschweiler Muziek Festival, afgekort EMF, jaarlijks wordt geboden: van stevige rock tot funk, soul en jazz tot aan hiphop en folk uit allerlei cultuurkringen toe.

De spagaat tussen traditioneel en modern slaagt ook in het stadsbeeld. Vijf kastelen als symbolen van een weerbaar verleden enerzijds, een moderne voetgangerszone anderzijds. De nog steeds in ondernemingen van wereldfaam levendige staalindustrie heeft op een modern industrie- en bedrijfsterrein in het groen, met aansluiting op twee snelwegen, zijn hedendaagse voortzetting gevonden.

Sinds Einhard, geschiedschrijver van Karel de Grote, Eschweiler (Ascvilare) anno 828 voor het eerst in een oorkonde vermeldde, heeft de stad aan de Inde een lange weg afgelegd.  En is vandaag de dag uitstekend uitgerust om de volgende etappen in goed gezelschap aan te treden